De eerste bekende betekenis van 'glamour', volgens Stephen Gundle, die een boek schreef over de geschiedenis van het woord, volgt uit een gedicht van Walter Scott, uit 1805: ‘een betovering die waardoor alles beter en aanlokkelijker lijkt dan het in werkelijkheid is’. De beschrijving geeft de behoefte aan glamour in de jaren tachtig goed weer.
Mensen voelen de behoefte aan sprookjes, aan een volmaakte wereld waar het aan niets ontbreekt, om de culturele onzekerheid van alledag te overstemmen: “de wereld van de glamour is die van luxe, goud, diamanten, snelle auto’s, stijlvolle, sexy mensen, het theatrale gebaar. Glamour is nooit subtiel, bescheiden of onopvallend chic, het is een explosie van publiciteitsgericht vuurwerk, bedoeld om ontzag, verwondering en afgunst in te boezemen. Glamoureuze mensen hebben] allemaal één of meer van de volgende eigenschappen: uiterlijke schoonheid, grote materiële rijkdom, een leven dat tot de verbeelding sprak, buitenstaanderschap, een voorliefde voor het theatrale, het visuele, een ongewoon, bijzonder aura.” (Hollands Diep, juni 2008, 44). Glamour is een zeer culturele-winterse behoefte, blijkt maar weer. En inderdaad zijn de sterren van de jaren tachtig ofwel glamoureus (Dynasty!) ofwel zo anders dat ze buiten iedere categorie vallen (Michael Jackson), die zijn eigen imago vanaf het begin bewust als 'bizar' aanstuurt (dat woord moeten journalisten die hem interviewen verplicht gebruiken, minimaal drie keer per tekst). De jaren tachtig zitten vol met pop-culturele helden, van Keith Haring tot de Terminator, van Rambo tot Reagan. Allemaal omdat we in winterse tijden behoefte hebben aan een sterke leider, iemand die ons gewoon zegt wat te doen en ons red uit de verwarring. Dát nu begrijpen Balkenende en Bos maar moeizaam in de huidige culturele winter. Helaas doen wat populisten aan de rechterkant dat beter. Niet alleen in Nederland, kijk ook maar naar Italië. Dan maar hopen dat ons huidige kabinet in ieder geval doormoddert tot aan een nieuwe lente.
No comments:
Post a Comment