Aardappels, zo verankerd binnen ons Nederlandse eetpatroon, zijn knollen, die, wanneer je ze in warme grond stopt, gewoon weer uitgroeien tot een plant.
De aardappelplant vormt die knollen tijdens de zomer. In principe kunnen ze, eenmaal volgroeid, direct weer een nieuwe cyclus ingaan, maar de plant heeft een systeem bedacht om even rust in te bouwen. Een bepaald plantenhormoon, dormine, zorgt er voor dat een nieuwe aardappel tijdens de herfst niet meteen weer begint uit te lopen (het plantje zou dan immers een paar maanden later kunnen doodvriezen), maar wegzakt in een soort winterslaap. Onder invloed van de lente, met zijn hogere temperaturen, zet weer een andere stof (voor de liefhebbers: gibberellazuur) de aardappel aan om uit te lopen en een nieuwe plant te vormen.
1 comment:
Ik verbind aardappels verbouwen altijd direct met "aardappelmoeheid". Mijn vader verbouwde vroeger op zijn volkstuin ook (drie soorten) aardappels en om de zoveel tijd moesten die op een ander deel van de tuin gepoot worden. Kun je misschien nog iets mee binnen de door je beschreven cycli.
Post a Comment