Search This Blog

Thursday, March 8, 2007

Motown in de tijdgeest




In 1959 richtte in Detroit Berry Gordy, die achtereenvolgens bokser, winkelier en arbeider in de Ford fabrieken was geweest, Motown op. Hij schreef toen al liedjes (onder andere de klassieker Money (That’s What I Want), maar vond dat hij er veel te weinig geld aan over hield.
Voordat Gordy met Motown begon, was het bijna een vanzelfsprekendheid dat artiesten na een enkele hit weer terug in de anonimiteit werden geworpen. Het was voor platenbazen namelijk veel eenvoudiger om een stroom hits te produceren dan om een carrière voor een artiest op te bouwen. Door een groep sessiemuzikanten te koppelen aan weinig veeleisende jonge zangers en zangeressen konden ze de markt overspoelen met liedjes; wie de winnaars en verliezers werden bleek vanzelf wel. Een pragmatische kijk die past bij een tijdgeest van opportunisme en korte termijn denken.

Binnen Motown speelden familielijnen een grote rol. Zussen en broers, allemaal redelijk behept met zakelijk inzicht, kregen belangrijke functies. Maar ook met de artiesten waren de banden familiair (een van de zussen Gordy trouwde zelfs met Marvin Gaye). Halverwege de jaren 60 brak Motown echt door als meest vooraanstaande hitfabriek in Amerika, met groepen als The Supremes, Smokey Robinson and The Miracles, The Temptations en Gladys Knight & The Pips. En natuurlijk met Marvin Gaye en Stevie Wonder.
Een succesvolle zwarte muziekuitgeverij was in die tijd een nauwelijks te bevatten fenomeen, zodat er al snel geruchten de ronde deden dat Berry Gordy niet meer dan een stroman was voor een maffia organisatie. Maar feit was dat het succes verankerd lag in de naar binnen gekeerde, groepsgerichte cultuur die binnen de muren van het bedrijf heerste. Gevraagd naar de achtergronden van het onwaarschijnlijke succes, verwijst vaste Motown pianist Earl Van Dyke naar de ‘all for one, one for all’ atmosfeer binnen het bedrijf:

“In the early days, we were a family. We had so many good times together. That is the gospel. We had picnics, Christmas parties or we just hung out. There was a closeness there, man.” De schrijver van ‘Where Did Our Love Go? (the rise and fall of the Motown Sound)’zelf voegt daaraan toe: “most black Motown veterans remember this period as a special golden time of laughing, of drinking –and of a warm feeling of blackness enveloping the company.”

Gordy bouwde dus met Motown bewust aan een systeem van onderlinge bekrachtiging en saamhorigheid, waarzonder veel zwarte artiesten het waarschijnlijk niet gered zouden hebben in de muziekindustrie. Contracten werden vaak mondeling afgesloten of blind ondertekend (niet alleen door Stevie Wonder): iedereen vertrouwde erop dat het wel goed kwam. Gordy zelf was de strenge maar rechtvaardige vaderfiguur. Zo lieten de Supremes bijvoorbeeld weten dat zij tijdens het toeren op een salaris stonden van 10 dollar per week. Dat bleek niet helemaal waar: alle verdiensten van live optredens werden direct teruggereden naar Detroit en op een rekening geboekt. De tien dollar was het zakgeld ‘voor kousen, tandpasta en ander gedoe op de weg’. Zo gaan vaders om met hun kinderen, anders geven ze het toch maar uit aan kralen en spiegeltjes. Verder was Gordy zich ook zeer bewust van de vooroordelen die rondom Motown hingen. Zwarte muziek stond voor ‘losbandige, lijfelijke en bijna dierlijke muziek’. Gordy doorbrak die vooroordelen door een afdeling Artist Development op te richten en al zijn artiesten te onderwerpen aan stricte ‘inburgerings’methoden: te heftige podiumacts werden ingeperkt en bewerkt tot een stijlvolle, voor een blanke middenklasse acceptabele sensualiteit. Acts als The Supremes werden actief gedrild in het geven van nietszeggende interviews en kregen de opdracht zich bij ieder optreden te verbeelden in Buckingham Palace te staan, in plaats van in een rokerige kroeg in Detroit. Gordy stuurde zelfs Diana Ross naar een school waar ze leerde wat minder kwistig te zijn met haar zoete parfums, hoe ze een ruimte binnen moest lopen, een jas aan en uit moest doen, naast andere belangrijke sociale vaardigheden zoals het onderdrukken van haar nerveuze giecheltje. Alles om binnen de grenzen te blijven van wat de tijdgeest was: niet teveel afwijking van het Amerikaanse gemiddelde.

Motown doorbrak het opportunisme van de jaren 50 muziekindustrie, door een cultuur neer te zetten die gericht was op groepsgerichte bekrachtiging. Het bedrijf is daarmee een icoon van de tijdgeest van 1960 tot 1966, met zijn behoefte aan instant-herkenbare melodieën als ‘Where Did Our Love Go’, ‘Baby Love’ of ‘Dancing In The Street’. En omdat de onderlinge binding sterk genoeg was, konden ook de experimenten en de persoonlijke vernieuwingsdrift die de late jaren 60 typeerden, in eerste instantie nog geïncorporeerd worden in de muzikale output. Norman Whitfield introduceerde bijvoorbeeld de wah-wah gitaar in het werk van de Temptations en brak met alle (zwarte) conventies door deze brave soulgroep ‘Cloud Nine’ op te laten nemen, een stevig door drugs geïnspireerd lied. Pas toen de individuele exploraties de ooit zo herkenbare ‘Motown Sound’ begonnen te overschaduwen en ook de behoefte van songschrijvers en artiesten om onderdeel van een groep te zijn (hoe succesvol ook) sterk afnam, kwam een einde aan de collectieve magie van Hitsville Detroit. Binnen de algemene maatschappelijke verwarring van begin jaren zeventig brokkelden ook de ooit zo stevig opgetrokken muren van Motown in snel tempo af. Maar niet zonder de mooiste creatieve stuiptrekkingen: de vertwijfeling die de tijdgeest van begin jaren 70 tekende werd verwoord in ‘Papa Was A Rolling Stone’, vier sterk bespiegelende albums van Stevie Wonder en vooral ‘What’s Going On’, het meesterwerk van Marvin Gaye. Je kunt je bedrijf op een slechtere manier opblazen.





1 comment:

Anonymous said...

Hey die Tommy,
Ik heb ook al elders een stukje geschreven...dat mag jij dan weer zoeken. Goed te merken dat je al driftig aan het schrijven bent. Ik had eigenlijk verwacht dat je eerst zeker een week wilde gaan bijkomen, maar je bent dus al druk bezig. Vandaag even de stad in geweest en bij een boekhandel waarvan ik de naam niet wil noemen in de ramsj (dus ook niet elders te koop, anders had ik dat natuurlijk gedaan) een leuk boek voor je gevonden dat goed aansluit op het bovenstaande stuk. 'Higer Ground: A change is gonna come. Stevie Wonder, Aretha Franklin, Curtis Mayfield and the rise and fall of American Soul. Boek van Craig Werner. Zag het liggen en moest aan je denken. Wist toen niet dat dit naadloos aansluit op waar je nu mee bezig bent. Je moet alleen nog even ruim 3 weken wachten..... Hoop je snel te 'spreken'. Leuk stuk trouwens! Als je meer feedback wil, hoor ik het wel. Tot snel, ciao bello!